Uit solidariteit met de Black Lives Matter-protesten is bij het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn gedemonstreerd. Daarbij zijn ook ongeregeldheden ontstaan. Volgens de organisatoren van het protest wordt “de slachter van Banda” ten onrechte vereerd als held.
Bij de beruchte genocide op deze Molukse eilanden in 1621 heeft Jan Pieterszoon Coen – wiens hoofd de gevel van het Tropeninstituut in Amsterdam siert – vrijwel de gehele bevolking van het eiland opgepakt en uitgemoord met behulp van Japanse samurai-beulen. Slechts 600 van de 15 duizend Bandanezen bleven over. Een klein aantal inlanders wist nog met bootjes te vluchten naar onder andere de ook in de Molukken naburige Kei-eilanden. Banda werd herbevolkt met mensen uit de hele Indonesische archipel en wordt tegenwoordig “mini-Indonesië” genoemd.
Bij het protest ‘weg met Coen’ vrijdagavond waren zowel voor- als tegenstanders van het standbeeld. De media toonde beelden van tegenstanders met RMS-vlaggen. En hoe ze werden ingesloten door de politie. Voorstanders liepen met VOC-vlaggen en werden geïnterviewd. Een Nederlandse vrouw zei tegen Hart Van Nederland: ‘Hij hoort bij ons met al zijn slechte eigenschappen, maar ook met zijn mooie dingen die hij ons heeft gebracht.’