Historisch gezien verwijst de term ‘Molukken’ alleen naar de vier koninklijke centra in de Noord-Molukken, namelijk Ternate, Tidore, Bacan en de stadstaat Jailolo op Halmahera. Er was een soort statenbond bestaande uit deze koninkrijken die ontstond in de 14e eeuw en Moloku Kie Raha oftewel “Vier Bergen van de Molukken” heette. Geschriften en kaarten van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie uit de 17e en 18e eeuw behandelen de Banda-eilanden, Ambon, Seram en de Kei-eilanden nog steeds als van de Molukken te onderscheiden eilandengroepen. Maluku Utara beslaat het noordelijke gedeelte van de Molukken, die in de provincie Molukken en Noord-Molukken zijn opgedeeld. Tot oktober 1999 waren de Molukse eilanden één provincie.
Door Zainal Umarella
Vanaf de 14e eeuw kwamen de Molukken onder islamitische invloed te staan. Arabische en Perzische handelaren hadden in de eeuw daarvoor de islam al geïntroduceerd in wat nu Maleisië, Indonesië en de Filipijnen is. Over de hele Indische Archipel ontstonden sultanaten, waaronder ook op de Molukken.
Binnen het KNIL waren er ook militairen van Noord-Molukse komaf. De tijdelijke komst naar Nederland betrof een kleine groep militairen met hun gezinnen. Binnen deze groep zijn er een aantal in de jaren ’50 gerepatrieerd, maar er zijn ook zo’n 20 militairen met hun gezinnen in Nederland gebleven. Een van die gezinnen is de familie Tigele. TIFA MAGAZINE sprak met Kapita Franco Tigele uit Middelburg, de oudste van de 3e generatie Tigele’s.
U draagt de titel Kapita. Kunt u ons vertellen wat het precies betekent?
Precies betekent het dat ik een beveiliger c.q. commandant ben van een Sultan, hier in Nederland echter functioneer ik als een soort van contactpersoon. Je wordt aangesteld door je eigen mensen om daar veel voor te regelen. Onder andere om te zorgen dat ze verder kunnen, hen te helpen en ondersteunen daar waar nodig en als er iets is dat ze altijd met vragen bij de kapita kunnen aankloppen. We zijn eigenlijk een soort van aanspreekpunt voor onze mensen. Je bent in dienst van de sultan maar ook van je eigen bevolking. Als er wat is en ze hebben je nodig dan sta je klaar voor ze. Je bent wel titel gebonden dus het ligt er maar net aan hoe of wat, in mijn geval geldt het dus wel voor iedereen.
Om welk gebied bent u verantwoordelijk?
Van oorsprong was mijn gebied Oost-Halmahera. Elke kapita heeft eigenlijk zijn eigen gebied. Voor mij geldt eigenlijk alles wat is uitgevaren binnen en buiten Maluku Utara. Mijn titel is dus Boeng. Boeng is een clan die toendertijd voor de sultan van Ternate vocht. En een eed hebben afgelegd dat zij altijd als een scherm voor de sultan van Ternate zullen staan. Deze eed is rond het jaartal 1250 afgelegd en is ook terug te vinden in de salawaku waar men ook in Nederland de cakalele mee uitvoert. Daar komt de canga canga vandaan. Ook wel bekend als de oorlogshonden.
In Nederland was ik kapita samen met oom Anis Senen almarhum. Hij was ouder en hij was de contactpersoon voor de sultan van Ternate in Nederland. Hij kwam uit het westen en ik uit het oosten. We staan onder bevel van sultan MudaffarSyah almarhum van Ternate. Maar kapita blijf je tot het einde van je leven hier op aarde. Wij maken niet de beslissingen, wij bewaken het proces. Wij gaan wel altijd als eerste naar binnen. Fangira is regent van de kampong, Sangaji is regent van het gebied, Sultan is de regent van het hele koninkrijk, destijds ook van de huidige provincies Maluku en Papua. De kapita gaat mee om het proces te bewaken. In Nederland hebben we geen sangaji of fangira. Zij staan nog boven de kapita, de kapita beschermt ook hun bij de opdrachten van de Sultan. Er is sinds het overlijden van oom Anis “kapita Tomole” nog niemand voor hem in de plaats gekomen. Dat zal hopelijk nog gebeuren, maar dat is een natuurlijk proces. Het komt zoals het komt.
Wordt u door iedereen aangesproken met deze titel?
Op Ternate zeker. Daar worden rangen en standen sterk in stand gehouden. Het is een sterk fundament ondergeschikt aan de Adat. Mijn kinderen noemen mij ook kapita. Dat hebben ze niet van mij, maar
meegekregen toen ze op de kedaton van Ternate en op Halmahera verbleven. “Adat Se Atoran-Atoran Se Adat”. Hier in Nederland verschilt het heel erg. Maar ik neem het niemand kwalijk, we leven hier al vijf generaties. Worden we hier in Nederland closer of raken we steeds verder van elkaar verwijderd? Hoe sterk speelt de adat nog in Nederland? We moeten de adat erin houden zodat we respect blijven tonen voor een ieder. Maar we gaan erg mee met de individualisering van de westerse maatschappij. Waar gaat onze cultuur dan heen? Dan hebben mijn kinderen dus geen opa’s en oma’s meer en papa’s en mama’s. Dan heet mijn neef of nicht van mijn generatie geen oom of tante, maar heeft alleen nog maar de voornaam.
De passie en de glundering in zijn ogen zijn duidelijk merkbaar en voelbaar als we over de geschiedenis van Maluku Utara praten. Hoe is het sultanaat ontstaan?
We hebben een geschiedenis hier in Nederland van 70 jaar, maar de geschiedenis van Maluku Utara gaat minimaal 1600 jaar terug en Lease zit in diezelfde geschiedenis. Dat heeft mede te maken met de verschuiving van Sultan Jailolo en Sultan Babullah. Onder leiding van Sultan Babullah zijn zo goed als alle Portugezen onthoofd of uit het land gezet in 1574. De canga canga die ergens anders voet aan wal zetten, in alle uithoeken van het Indische archipel, maakt niet uit welk eiland, daar maakten ze hun eigen land van. Met name Maluku Tengah. Veel Midden-Molukkers hebben hun oorsprong in de Noord-Molukken. Met name dankzij de canga canga, de moordcommando’s van Sultan Ternate. De oorsprong van de canga canga komt uit Tobelo, maar kort daarna ook vanuit Kao en Galela. Dat zijn de mensen die uitvoeren naar alle uithoeken in naam van het sultanaat Ternate en zich daar vestigden. Er is bij Seram Pulau Kelang – Tahalupu nog steeds een gebied waar ze onze adat, cakalele, menari en bahasa tot op de dag van vandaag in stand houden. Dat was een plek van de sultan van Tidore en Ternate om West-Seram zoveel mogelijk te beschermen rond de periode van het jaar 1700.
“Namen waar in de naam “Toma” en “Lesi” in voorkomt weten we dat ze een hogere functie hebben gehad dan een kapita bij de Sultan van Ternate”
Zijn er nog zichtbare sporen van de bloedbanden met Ternate?
We hebben 7 kampongs in Papua gevonden. En op Ambon, Haruku, Saparua en nog meerdere eilanden waar wij van hun bestaan afweten. De sultans zijn ook aangekomen op Kei. We weten dus ook dat de nakomelingen van een jongere zus van de Sultan van Ternate met orang Kei is getrouwd. Haar afstammeling woont ook hier in Nederland in een wijk van orang Kei. Namen waar in de naam “Toma” en “Lesi” in voorkomt weten we dat ze een hogere functie hebben gehad dan een kapita bij de Sultan van Ternate. Het zusje van de Sultan van Ternate is getrouwd met een Sultan van Buton. De nakomelingen hiervan zijn familienamen die beginnen met “ LA” en “WA” en zijn daarom ook een lijn vanuit het Sultanaat van Ternate en Buton. Volgens Buton is “LA” mannelijk en “WA” vrouwelijk. De namen “LA” en “WA” zijn ook in grote getale naar Seram verhuisd en hebben zich gemengd met de mensen van Seram genaamd Bati (orang hilang2). Een deel is daar gebleven en een deel is doorgereisd naar Ambon en omstreken. Door de komst van het Westen zijn veel namen gedeeltelijk veranderd, maar de familienamen beginnend met “LA” en ” WA” zijn blijven bestaan, zelfs nu nog in Nederland.
“Vanaf 1200 konden ze in Ternate schrijven, maar Arabisch. Het werd wel op schrift gelegd”
Alle sultanaten zijn broers van elkaar en ieder sultanaat had zijn eigen specialiteit om het zo maar te zeggen. De militairen bijvoorbeeld kwamen van het sultanaat van Jailolo. Deze sultan Jamilu was sinds 1470 in Ambon op Hila gevestigd. Nu bekend als Rumah Adat Besar. Vanaf 1200 konden ze in Ternate schrijven, maar Arabisch. Het werd wel op schrift gelegd.
“MARIMOI NGONE FUTURU; samen staan we sterk”
Hoe is het contact met de andere Molukse streken?
In 2018 was ik op een Budaya festival in Ternate, Legu Gam. Die jaarlijks wordt gehouden van maart tot met april. Er waren toen ook veel kapitans en radjas van de Lease eilanden aanwezig. Ze waren met grote aantallen vertegenwoordigd in adatkledij. De taal die we allemaal begrepen was de taal van de Adat. Ook die van Celebes, Papua en andere eilanden. De erkenning die ze mij gaven lag bij de sultan van Ternate. Zo sprak een kapita tegen mij uit Seram. MARIMOI NGONE FUTURU; samen staan we sterk.
Kunt u iets over uw familie vertellen?
Opa Tigele, geboren in 1917 ging met nog een jongere broer het KNIL in. Zijn jongere broer is in Nederland getrouwd met oma Latumeten. Uiteindelijk zijn zij teruggegaan naar Tobelo. Opa Tigele is van Schattenberg naar Winterswijk verhuisd en is toen in Breda gaan wonen. Oma overleed helaas in Winterswijk. Mijn vader is de oudste van de kinderen en mijn moeder is de jongste dochter van Martinus alias Opa Awas-Latupeirissa uit Itawaka. De moeder van mijn moeder is van Papilaja-Itawaka. Ik ben in Deventer geboren en daarna in Breda opgegroeid en mijn moeders familie komt uit Vught. Tegenwoordig woon ik al geruime tijd in Middelburg met mijn gezin. Ik heb een fijne jeugd gehad bij zowel mijn vader als mijn moeders familie. De bloedbanden wogen altijd zwaarder dan de politieke voorkeuren. Ik heb altijd de liefde gevoeld van beide kant.
“Maluku Utara is een stuk groter dan Maluku Tengah (Lease) en Maluku Tenggara”
De Noord-Molukse gemeenschap is een hele kleine gemeenschap in Nederland. Hoe hebben zij elkaar gevonden?
De families zijn elkaar gaan opzoeken in Nederland. Inderdaad een kleine gemeenschap, niet veel families 20 ongeveer. Een contrast natuurlijk met de verhoudingen in het Molukse archipel. Maluku Utara is een stuk groter dan Maluku Tengah (Lease) en Maluku Tenggara. Saamhorigheid onder de ouderen was er zeker. Ondanks dat men van verschillende dorpen en eilanden kwam. Eind jaren ‘70/’80 werden er steeds meer feesten georganiseerd voor de Noord-Molukkers. De ouderen waren fanatiek en recht toe en recht aan. Leuke was dat toen de ouderen altijd samenkwamen, ze in bahasa gingen praten. Als kind hadden we dat nog nooit gehoord. Het maakte veel indruk op mij. De Noord-Molukse gemeenschap is wel verspreid door Nederland gaan wonen en niet bij elkaar zoals je dat wel bij de islamitische en Tenggara-gemeenschap zag. Dat heeft met meerdere factoren te maken gehad. Alleen in de wijk van Breda woonden wel een aantal Noord-Molukse gezinnen bij elkaar. Voor de rest, hier in Nederland proberen we er gewoon een goed leven van te maken. In harmonie met elkaar leven en goed voor elkaar zijn, naar elkaar omkijken in goede en slechte tijden.
“Ik ben niet politiek gericht en dat vind ik juist mooi aan onze adat, de tradities, het mystieke en de gewoontes”
Wat betekent adat voor u?
Adat is erg belangrijk voor mij. Het is puur en oprecht. Je kan niet adat en politiek combineren. Je kan niet in adat lopen liegen. Je kan niet handelen met de gedachte hoe ga ik hem een poot uitdraaien zodat ik toch mijn zin krijg. Dat ga je niet doen met adat, dat kan niet. Adat is niet alleen maar even een kopje thee zetten en suiker erin doen en roeren. Nee, daar komt veel meer bij kijken. Dat heb je gewoon met heel je hart en ziel in te brengen. En in de politiek is het vaak geen zuivere koffie.
Ik ben niet politiek gericht en dat vind ik juist mooi aan onze adat, de tradities, het mystieke en de gewoontes. Ik wil het allemaal weten. Ik haal daar zoveel kennis uit dat je het zelfs terug kan vinden in je eigen familie of gezin. Want hoe je het wendt of keert, we zijn allemaal gelovige mensen. Ik ken bijna geen een Molukker die niet gelovig is, wij Molukkers weten dat het heel gevoelig ligt om zo te doen. Ik noem maar een voorbeeld; Wij Molukkers hebben nooit geld, maar we hebben altijd te eten. Dit is onze rejeki. Ook al zeggen ze als ik op de kampong ben; Ja, maar jullie zijn miljonair. En dan zeg ik nee, jullie zijn juist miljonairs en wij niet. Jullie hebben altijd eten. Zonder geld. Als wij willen eten of drinken moeten we altijd eerst geld neerleggen in het Westen, daarom zijn wij niet rijk. Maar gelukkig hebben we altijd die rejeki dat er altijd eten of drinken op tafel is. Kom bij elke Molukse familie en je krijgt te eten en te drinken, je komt nooit tekort. We hebben er veel meer aan door juist die adat van ons te volgen dan dat we ons met andere dingen bezig houden, want dat zet geen zoden aan de dijk. Al 350 jaar niet.
Nederland heeft ons ook los moeten laten op een gegeven moment. Maar wij ademen nog steeds, krijgen nog steeds te drinken en te eten. Wanneer je naar voren kijkt ligt er vis en als jullie naar achteren kijken ligt er achter fruit. Een oneindige bron van inkomsten. Hier moet je van alles en daar niet. Onze adat gaat best diep en ik denk dat we daarom rustig zijn. Onze ouders, grootouders hadden altijd wel een houding van het komt goed, rustig maar.
Hoe staat het sultanaat ervoor?
Er is nog steeds geen sultan. Het is een natuurlijk proces. Natuurlijk heeft de masyarakat er ook wat over te zeggen, maar dan is het laatste woord dan nog altijd hoe de natuur zich beweegt. De kroon bepaalt zelf wie het wordt. Er is een Raad van Toezicht die het proces bewaakt. Het is een commissie van ministers en geestelijken. Juist de geestelijken zijn belangrijk in het proces, dit zijn voornamelijk moslims. De overdracht blijft binnen de familie. En de kapita is overal bij. De hiërarchie is heel sterk daar. Het is heel mooi. Puur te danken aan adat.
Dit jaar zijn wij met onze TIFA krant over gegaan op abonnees en posten we artikelen en interviews van de eerdere gratis edities online. Dit artikel is eerder gepubliceerd in TIFA krant, Editie nr. 3, November/December 2020.
Onze kersverse TIFA Magazine in het kader van ons 10-jarig bestaan is een feit! Wordt nu abonnee.
Naast ons krantje presenteren wij nu ook met trots ons blad in een magazine versie. Wilt u lid worden? Dan kunt zich aanmelden via: social@tifamagazine.com Ovv Abonnee Magazine, uw naam, email en adres gegevens. Nu 1 jaar, 4 edities voor 15 euro exclusief verzendkosten.